Ik zie de geschrokken gezichten van de discipelen voor me. En of deze storm nog niet eng genoeg is, verschijnt er aan de horizon ook nog iemand lopend op het water.

Het moet toch niet vreemder worden deze avond.

Mattheus wrijft nog een keer goed in zijn ogen, wellicht is het de vermoeidheid.

Nathanael stoot Jakobus aan, die rillend de anderen erbij roept en begint te wijzen.

En dan beginnen ze een voor een te gillen. Wat gebeurt hier?

De Persoon is inmiddels een heel stuk dichterbij gekomen en met een stem die hun zo bekend in de oren klinkt zegt Hij:

Wees niet bang, Ik ben Het!

en Petrus.. (natuurlijk is het Petrus, Heerlijk zo een aan boord!) neemt als eerste het voortouw terwijl de rest een beetje achter hem kruipt.

“Bent U Dat echt Heer? “ Roept hij als hij in het donker over het water tuurt.

De Persoon komt dichterbij.

En Petrus roept nogmaals “ Nou als U het echt bent, zeg me dan dat ik naar U toe kan komen”.

“Kom maar” Klinkt het antwoord.

Petrus bedenkt zich geen moment.

Hij stapt uit de boot, merkt dat zijn voeten op het water blijven staan, en loopt, nee rent bijna, naar Zijn Meester.

De andere discipelen kijken verbaasd toe.

Dit is onmogelijk?!

Maar voor hun ogen gebeurt het.

Petrus komt steeds dichter bij hun Heer en Meester. Zijn blik gericht op die liefdevolle ogen, en die stralende glimlach.

Maar dan ineens ziet hij vanuit zijn ooghoeken een golf zo hoog, en ineens voelt hij de wind aan zijn kleren trekken. Zijn blik niet meer gericht op Die ogen, maar ineens weer vol schrik kijkt hij om zich heen.

Wat ben ik aan het doen, ik loop op water? Dit is onmogelijk, en die golven, nee ik ben er geweest! Hij begint te zinken, en overspoeld door angst strekt hij zijn arm naar Jezus

“Help me Heer, ik verdrink”

Maar meteen is daar Die hand, die uitgestrekte arm. Jezus trekt Petrus uit het water. En terwijl ze samen terug lopen naar de boot zegt Hij: Zolang je maar naar mij kijkt Petrus, in welke storm je dan ook zit, de golven zullen er zijn, de beukende wind ook, maar Ik Ben er ook. En Mijn arm is nooit te kort!